Geschreven door Regina Boot
Meteen toen ik op maandagavond 9 januari 2012 de bus uitstapte in Oxford, wist ik: Dit wordt een stimulerend verblijf. Ik had een lange dag gereisd en het was donker, maar dat weerhield mij er niet van om de geschiedenis van de stad meteen te voelen. Overal om me heen oude gebouwen die op leken te doemen vanuit een rijk verleden. Voor een geschiedenisstudent is dat natuurlijk niet te missen. De stad ademde meteen al de sfeer die ik tijdens de rest van mijn verblijf zou voelen. Tijdens mijn werk in de bibliotheek moest ik me ervan weerhouden niet steeds naar buiten te turen en de historische bouw om mij heen te bewonderen. Ik voelde me als een vijfjarige in een snoepwinkel.
De reis bestond uit elf uur in de bus vertoeven. Ik vertrok om 9.45 vanaf Rotterdam via Brussel en de kanaaltunnel naar Londen. Daar stapte ik over op de bus naar Oxford en daar kwam ik rond 20.00 lokale tijd bij het College aan. Als student was ik verbonden aan Corpus Christi College van de Oxford University. Ik werd meteen vriendelijk ontvangen door de porter in het Porters Lodge van het College, die dag en nacht beschikbaar is. Ik kreeg de sleutel van mijn kamer en ging vervolgens met de taxi naar de plek waar ik de komende 2,5 maand zou gaan verblijven: Park Town. Ik was blij verrast door de grootte van mijn kamer en de goede buurt. Ik kwam er niks tekort. Ik had een bed, veel kastruimte, een bureau en goede bureaustoel. Meer had ik niet nodig. Het niveau van het onderwijs in Oxford ligt hoger dan we in Nederland gewend zijn. Dat ligt vooral aan de vormen van onderwijs die er in Oxford bestaan. Ik heb in Oxford verschillende vormen van onderwijs gevolgd. De kern van dit onderwijs vormde de tutorial, dat uit intensief contact met een tutor bestaat. In de tutorial heb ik drie afzonderlijke onderzoeksprojecten afgerond die ik later kan gebruiken voor mijn scriptie. Telkens kreeg ik van mijn tutor waardevolle feedback. Tevens bezocht ik vele research seminaren die betrekking hadden op mijn onderwerp of daar verwantschap mee hadden. Ook heb ik verschillende hoorcolleges gevolgd die een raakvlak hadden met mijn onderwerp en interesses. Bovendien heb ik deelgenomen aan een bijzondere ‘graduate class’. Tijdens een bezoek aan het ‘Early Modern Britain Seminar’ raakte ik aan de praat met Dr. Steven Gunn. In mijn logboek schreef ik daar het volgende over: Een paar weken geleden ging ik naar een research seminar, over Groot-Britannië in de vroegmoderne tijd. Een kwartier van te voren werd er thee geschonken, en ik was natuurlijk weer eens veel te vroeg. Er stond iemand voor de thee te zorgen, en daar liep ik op af. Hij keek op vanaf de theepot en zei: “Good afternoon, I’m Steven Gunn.” Slik! In mijn hoofd vormde mijn reactie dat ik zowat alles heb gelezen van wat hij de afgelopen tijd heeft geschreven, maar dat zei ik maar niet. Ik stelde me gewoon netjes voor en we hadden het even over mijn onderzoek. Na het research seminar vroeg hij me of ik een vak bij hem wilde volgen. Natuurlijk! Ik kwam er die dag later achter dat dat vak eigenlijk een “speciaal klasje” is voor graduates, waar je op hoog niveau mee moet kunnen praten over behandelde literatuur. Ai, dat zou me weer meer tijd gaan kosten! Ik heb het – nadat ik al twee keer in het klasje geweest was – met mijn tutor overlegd en hij vond het goed. Nu zit ik dus in een “speciaal klasje”. Het is wel grappig dat ik daar eerst heel zenuwachtig over was, maar ik merk dat het me toch aardig lukt om mee te praten en ook een intellectuele duit in het zakje te doen. De wonderen zijn de wereld nog niet uit!
Dr. Gunn vroeg dus naar aanleiding van ons gesprek over mijn onderzoek of ik naar deze wekelijkse graduate class wilde komen. Elke week lazen de zes leden uit deze class, die vooral bestonden uit PhD kandidaten en researchmaster studenten zoals ikzelf, literatuur over een bepaaldthema. Naar aanleiding van de gelezen literatuur werd er tijdens de class een discussie geleid. Het niveau hiervan lag behoorlijk hoog, waardoor ik er veel van heb geleerd. Tijdens mijn verblijf in Oxford at ik altijd in de zogenoemde Hall van het College. Ik heb daarvoor gekozen om mezelf te stimuleren om sociale contacten aan te gaan, zodat ik niet alleen in de bibliotheek zou zitten. Bovendien heb ik tijdens de research seminaren ook mensen leren kennen en heb ik ook veel contact gehad met huisgenoten. Ik heb tijdens mijn verblijf een keer een feestje in de Middle Common Room bezocht, en heb twee maal een bijeenkomst van de Dutch Society in Oxford bijgewoond. Ik heb veel voordelen aan mijn verblijf in Oxford overgehouden. Dit heeft vooral te maken met de vorm van onderwijs die ik er genoten heb. Ik heb heel erg veel werk kunnen verzetten voor mijn scriptie dankzij de tutorial. Bovendien hebben ook de research seminaren mij ontzettend geïnspireerd om anders na te gaan denken over de stof waar ik mee bezig ben. Mijn Engels is door mijn verblijf ook vooruit gegaan. Daarbij vond ik het verblijf in een ander land alleen een hele bijzondere ervaring. Ik heb niet alleen vakinhoudelijk veel geleerd; ook over mijn persoonlijkheid ben ik wijzer geworden. Daarenboven heb ik een studiebezoek kunnen brengen aan de British Library in Londen. Hier ligt een zeldzaam zestiende-eeuws pamflet dat onmisbaar is gebleken voor mijn onderzoek. Door een bezoek aan Londen heb ik dit pamflet kunnen transcriberen en kunnen gebruiken voor mijn onderzoek. Als ik dit pamflet niet in Londen had kunnen bekijken had ik uit moeten wijken naar Zwitserland, waar ook een versie van het betreffende pamflet ligt. Gelukkig kon ik het echter met mijn verblijf in Oxford kunnen combineren door de British Library in Londen te bezoeken. In Oxford heb ik ook vier verschillende musea bezocht, die door de gratis toegang veel toegankelijker zijn dan musea in Nederland. De kwaliteit was er niet minder op.
Mijn tijd in Oxford was productief, stimulerend en inspirerend. Ik heb er ervaringen opgedaan die ik voor mijn leven niet zal vergeten en dingen geleerd die me voor de rest van mijn carrière bij zullen blijven. Mede dankzij het ATP-fonds is dit mogelijk gemaakt en daar ben ik het fonds ongelofelijk dankbaar voor.